De oorsprong van het Oostenrijks warmbloed werd aan het einde van de 18e eeuw gelegd door Kaiser Joseph II in de vorm van een militaire fokkerij, waar verschillende paardenrassen gebruikt werden om het Oostenrijks warmbloed te creeren. Zo hebben onder andere Northstar, Nonius en Gidran invloed gehad op de grondlegging van het ras.
Vanuit de belangrijkste fokkerij (Radautz, in het huidige Roemenie)werden na de eerste wereldoorlog een groot aantal paarden naar Oostenrijk gestuurd, waar er in de staatsfokkerij Pieber in de Steiermark 40 tot 50 fokmerries tezamen kwamen. Hier werden de merries onder andere met Hannoveraanse hengsten gekruisd. Tot dat de warmbloedkudde in 1983 werd opgeheven.
Nadat er een einde kwam aan het fokken van de warmbloeden op staatsniveau (het leger had immers niet meer zo veel paarden nodig als vroeger), nam het aantal gestaag af. In 1985 bedroeg het aantal warmbloeden nog 2668 stuks. Tot en met 1994 werden de Oostenrijkse warmbloeden nog op redelijke schaal in Stadl-Paura gefokt, maar na het opheffen van dit depot verdween de fok van het ras op grote schaal en nu zijn de warmbloeden voornamelijk nog in privaat bezit te vinden.
Op kleine schaal wordt er gewerkt om het ras in stand te houden en verder te perfectioneren. De paarden zijn veelzijdig, geschikt voor zowel dressuur als springen. Kenmerkend zijn een edel hoofd en sterke benen en rug. De paarden zijn overwegend bruin van kleur met stokmaat van rond de 160cm. Ze hebben een elegante gang en kunnen het ver schoppen in de dressuur.
In de Oostenrijkse provincie Steiermark zijn er enkele fokkerijen die het ras verder verfijnen. Een hiervan is het familiebedrijf gestut Kniely hof. Hier worden de paarden met passie gefokt. Neem een kijkje op de website om het aanbod van Oostenrijkse warmbloeden te zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten